In de winter van 2009/2010 is het aantal rokers in alle soorten horecazaken toegenomen. Gemiddeld wordt nu in 8 procent van de zaken gerookt. Bij café's en discotheken is dit momenteel 34 procent.
Dat blijkt uit recente onderzoeksresultaten van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Hiervoor zijn in 25 gemeenten circa 600 horecagelegenheden periodiek bezocht in de categorieën café/discotheek, restaurant, cafetaria/snackbar, sportkantine, kunst/cultuur en hotel/recreatie.
De eerste meting vond plaats eind 2008, begin 2009. In maart 2009, juni 2009, september 2009 en eind 2009, begin 2010 zijn wederom 600 horecagelegenheden bezocht.
Geen rokers
Gemiddeld genomen werd in 92 van de onderzochte horecagelegenheden op het moment van de observatie in deze winter niet gerookt. De cijfers daarvoor waren 95 (september 2009), 96 (zomer 2009), 97 (voorjaar 2009) en 94 procent (winter 2008/2009).
Bij de hotels/recreatiebedrijven werden in de winter van 2009/2010 in 95 procent van de gevallen geen overtredingen geconstateerd, bij de restaurants was dit percentage 98 procent, bij de cafetaria's was dit 96 procent en bij de cafés/discotheken 68 procent.
Het betrof allemaal stijgingen van het aantal overtredingen ten opzichte van voorgaande periodes.
Geen asbak
Daarnaast staan er bij de meeste horecagelegenheden (88 tot 96 procent) geen asbakken op tafel, maar vond wel ook overal een stijging plaats. Bij de cafés en discotheken staat de asbak het meest op tafel (44 procent in de winter 2009/2010). De andere percentages variëren van 8 procent (hotel/recreatie) tot 1 procent (kunst/cultuur).
Aanduiding
Verder wordt er in de horecazaken steeds minder aangeduid dat er een rookverbod geldt. Nu doet 51 procent (winter 2009/2010) dit nog, tegenover 57 procent in september 2009 en 62 procent in de winter van 2008/2009.
In de restaurants wordt het minste aangeduid dat er een rookverbod geldt (35 procent, een daling). Daarna volgen cafetaria's (47 procent, een stijging), cafés en discotheken (54 procent, een daling) en hotels en recreatiebedrijven (56 procent, een daling).
Personeel
Wanneer bij rokers in cafés onderscheid wordt gemaakt naar het aantal aanwezige personeelsleden blijkt dat alleen bij gelegenheden met één personeelslid in de winter meting van 2009/2010 zich een significante stijging voordoet ten opzichte van het voorjaar van 2009. Bij de aanwezigheid van asbakken op tafel is er sprake van een stijging bij zowel de gelegenheden met één personeelslid als gelegenheden met meerdere personeelsleden.
Bij gelegenheden met één personeelslid laat de wintermeting van 2009/2010 een significante stijging zien vergeleken met de eerste twee metingen. Bij gelegenheden met meerdere personeelsleden is hier in de winter meting van 2009/2010 sprake van een significante stijging ten opzichte van de laatste drie metingen.
Ook is gekeken naar mogelijke verschillen tussen de gelegenheden met één personeelslid en gelegenheden met meerdere personeelsleden. In de winter van 2009/2010 is voor de aanwezigheid van zowel rokers als asbakken geen significant verschil geconstateerd, terwijl hiervan in het najaar van 2009 nog wel sprake was.
Rookruimtes
Het deel van de horecagelegenheden met een rookruimte daalde van 7 procent in de winter en het voorjaar van 2009 naar 3 procent in de zomer van 2009, maar lijkt weer te stijgen in het najaar van 2009 (4 procent) en de winter van 2009/2010 (5 procent).
Het zijn met name cafés en discotheken die over een aparte rookruimte beschikken.
Overige rookvoorzieningen
Wanneer de eerste en laatste meting met elkaar worden vergeleken is een significante stijging te zien van het aantalhorecagelegenheden met een rookvoorziening buiten (van 50 naar 54 procent). Tussen de laatste en de twee voorgaande metingen is er echter sprake van een significante daling van het aantal rookvoorzieningen.
Deze veranderingen doen zich met name voor bij cafés en discotheken, restaurant, cafetaria’s en sportkantines.
Wanneer wordt gekeken naar het soort voorziening buiten, blijkt dat er met name sprake is van een afname in het percentage gelegenheden met een regulier terras (van 57 procent in het najaar van 2009 naar 35 procent in de winter van 2009/2010).
Ook het percentage horecagelegenheden met een klein terras speciaal voor het roken daalde van 13 naar 5 procent.
Overdekt
Het percentage horecagelegenheden met een overdekte rookvoorziening buiten (waaronder parasols, luifel/afdakje, partytent) steeg van 54 procent in de winter van 2008/2009 en 69 procent in het voorjaar van 2009, naar 73 procent in de winter van 2009/2010.
Verwarmd
Het percentage horecagelegenheden waarbij de rookvoorziening buiten verwarmd is laat een stijging zien van 9 procent in de winter van 2008/2009 en 11 procent in het najaar van 2009, naar 18 procent in de winter van 2009/2010.
Het zijn met name de cafés, discotheken en cafetaria’s waarbij de rookvoorziening buiten verwarmd is (alleen een significant verschil met de winter van 2008/2009), terwijl bijna geen enkele sportkantine of instelling voor kunst en cultuur bij de rookvoorziening buiten een verwarming heeft geplaatst.
Ook onze gratis horecanieuwsbrief ontvangen? Klik hier.