Voor een korte vakantie overnacht de Nederlander steeds vaker in een hotel; voor de lange vakantie echter niet.
Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2008 trok ruim 81 procent van de Nederlanders er minimaal één keer op uit voor een vakantie in binnen- of buitenland.
Ruim 41 procent hield alleen lange vakanties, bijna 34 procent ging op zowel een korte als een lange vakantie en bijna 7 procent ondernam uitsluitend korte vakanties.
Overnachtingen
Kijkend naar de korte binnenlandse vakanties, dan bracht in 2008 27 procent van de Nederlanders deze in een hotel door, tegenover 22 procent in 2002.
Bij buitenlandse vakanties was het aandeel van hotels nog groter. Nederlanders kozen in 2008 tijdens 36 procent van hun lange buitenlandse vakanties voor deze logiesvorm. In 2002 was dat nog 27 procent.
Voor korte buitenlandse vakanties boekten ze in zelfs 56 procent van de gevallen een hotel, tegenover 51 procent in 2002.
Lange vakanties
Bij lange binnenlandse vakanties was het aandeel van hotels met zes procent juist vrij gering. Voor deze vakanties kozen Nederlanders met 38 procent het meest voor zomerhuisjes en vakantiebungalows.
Op de tweede plaats kwamen caravans, vouwwagens en campers met een aandeel van vijftien procent.