Het komt steeds vaker voor dat ondernemers van wie het bedrijf slecht loopt, de huur van hun bedrijfspand een blok aan het been wordt. Het gaat daarbij vaak om middenstandsbedrijfsruimtes zoals horecaondernemingen. Het probleem kan echter voorkomen worden.
Daarom geeft Richard Oonk, werkzaam als seniormedewerker vaksectie Huurrecht bij juridische dienstverlener ARAG, advies op Businesscompleet.nl. "Stel u heeft een fantastisch nieuw horecaconcept bedacht en verwacht dat dit goed aan zal slaan."
Dat hangt echter van feel factoren af. "Het kan goed gaan met het bedrijf, het kan minder gaan. Dat is het risico dat bij het ondernemerschap hoort."
Proefperiode
Vanwege dit risico is het volgens Oonk verstandig om in eerste instantie een korte huurperiode af te spreken met de verhuurder van het bedrijfspand. "Als huurder van een middenstandsbedrijfsruimte kunt u eenmalig een huurperiode van twee jaar afspreken."
"Daarna zit u aan een vijfjaarcontract vast."
Ideaal
De heer Oonk ziet zo’n korte eerste huurperiode als een ideale proeftijd voor de bedrijfseigenaar. Het geeft hem de mogelijkheid grote financiële risico’s te beperken.
"Middenstandsbedrijfsruimte hebben een voor het publiek toegankelijk lokaal. Het zijn van oudsher bedrijfsruimten die door detaillisten, het ambachtsbedrijf en horecaondernemers worden gehuurd."
Huurbescherming
Zij zijn door hun noodzakelijke klanten/-gastenbinding plaatsgebonden. Vanwege deze afhankelijkheid biedt de wet huurders van middenstandsbedrijfsruimten extra huurbescherming.
"De eerste tien jaar bent u in beginsel van huurrecht verzekerd. Maar de andere kant van de medaille is, dat u na de proefperiode van twee jaar aan een contract van in ieder geval vijf jaar vastzit. U kunt dan tussentijds niet opzeggen. Zodoende kan deze huurbescherming in slechte economische tijden ook een blok aan het been zijn."
Lees verder/tips op Businesscompleet.nl.
Proost! Magazine nu ook op Hyves!
Ook
onze gratis horecanieuwsbrief ontvangen? Klik
hier.
Twitter-account Proost!
Magazine
& Horeca
Entree.

