De toeristische sector krijgt te weinig aandacht van het kabinet. Daarbij is promotie vooral gericht op Amsterdam.
Daardoor worden kansen voor economische groei en werkgelegenheid gemist. Dit zegt Fryslân Marketing in aanloop naar het rondetafelgesprek over toerisme in de Tweede Kamer vandaag.
Te veel Amsterdam
"De toeristische promotie van Nederland is teveel gericht op Amsterdam", aldus een woordvoerder. "Daar gaat het niet goed. Toeristische promotie in eigen land en in de buurlanden blijkt - ook in tijden van economische recessie - een effectief middel om toeristische bedrijvigheid in het midden- en kleinbedrijf (mkb) te stimuleren. Niet bedreigingen, maar kansen moeten leidend zijn in het toeristisch beleid."
Van de omzet en werkgelegenheid in het toerisme komt in Nederland het grootste deel uit het binnenlands toerisme: 68 procent. In Friesland is dat zelfs 75 procent.
Geïnvesteerd
"Ook Friese bedrijven hebben last van de recessie, maar Fryslân slaagt er in het aantal toeristen nog steeds te laten groeien. Die groei komt vooral uit de binnenlandse markt en uit Duitsland en Vlaanderen. Fryslân heeft daarin gericht geïnvesteerd en zoekt samenwerking met partners als het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC)."
Geen ruimte
Het NBTC krijgt volgens Fryslân Marketing van het ministerie van Economische Zaken (EZ) echter niet de ruimte te investeren in het binnenlands toerisme en ook niet in promotie van de watersport.
"EZ is alleen gericht op buitenlandse toeristen en vooral op Amsterdam. Die keuze is discutabel. Buiten de Randstad worden door het bedrijfsleven veruit de grootste omzetten behaald op de binnenlandse markt."
Nieuwe campagne
Volgens Fryslân Marketing zou EZ via het NBTC dan ook meer moeten investeren in promotie in eigen land en meer in de buurlanden. "Dat leidt niet alleen tot een betere reisverkeersbalans; minder ver reizen is ook beter voor het milieu. Het is tijd voor een nieuwe campagne: 'Lekker Weg in Eigen Land'."
Ook onze horecanieuwsbrief ontvangen? Klik hier.
Horeca Entree zit ook op Twitter.