Een tekort aan financiële middelen is van alle tijden, maar zo erg als het nu is in de horeca maakte ik nog niet eerder mee. Een paar voorbeelden: een seizoensbedrijf dat drie jaar op rij slecht presteerde en een schuldenlast opbouwde van ruim tweehonderdduizend euro. Een café-eigenaar die met de inkomsten van zijn huidige zaak een nieuw bedrijf opstartte en nu op de tekorten van dat bedrijf wordt aangesproken. Of wat dacht u van een ondernemer die nog in de goede tijd een bedrijf kocht met een overbruggingshypotheek verbonden aan de verkoop van de woning.. die vijf jaar later nog te koop staat.
(Photo: SXC/ Milanlj)
Schrijnende gevallen. Soms vermijdbaar wanneer goed nagedacht was over de risico’s, soms het gevolg van niet tijdig anticiperen, soms vanwege marktomstandigheden waar simpelweg niet snel genoeg op ingespeeld kon worden. Dé grote gemene deler bij bovenstaande voorbeelden is echter een ondernemer die te lang zijn ogen sloot voor de werkelijkheid. Handelen had namelijk kunnen helpen. Zo leert de ervaring dat de bank en Belastingdienst best geduldig zijn als het gaat om achterstallige aflossingen en betalingen, zolang er maar duidelijk wordt gecommuniceerd. Uit de praktijk weet ik zelfs dat dankzij het geduld van de fiscus en huisbankier, een bedrijf met een negatief eigen vermogen van zes ton enkele jaren later een gezonde onderneming is.
Uiteraard volstaat een stel blauwe ogen niet. Wel een gedegen, haalbare prognose en het periodiek verschaffen van overzichten alsmede een toelichting op het huidige reilen en zeilen van de onderneming. Daarnaast is het belangrijk om de schuldenlast niet te concentreren bij één partij. Veel ondernemers weten dat de Belastingdienst over het algemeen minder snel zenuwachtig wordt dan een verhuurder of leverancier, waardoor de nota’s van laatstgenoemden trouw voldaan worden, maar die van de fiscus niet. Dit is echter een erg risicovolle situatie. Met name de fiscus en bank zijn namelijk niet gecharmeerd van een toenemende achterstandspositie ten opzichte van andere crediteuren. Beter is het om de schuldenlast te spreiden. Wat dat betreft hebben ondernemers het economische tij mee: of het nu de leverancier is of accountant, vrijwel alle crediteuren weten hoe lastig ondernemen nu is en kunnen leven met een beperkte achterstand.
En als de achterstand van betalingen explodeert, moet al helemaal gehandeld worden. Stel dan een crediteurenakkoord voor waarin de schuldenlast wordt gereduceerd met een percentage van zo’n vijftig tot 75 procent. Ook hierbij zijn de marktomstandigheden in uw voordeel: uw handelspartners nemen liever genoegen met iets dan niets. En: blijven liever leveren dan niet.
Kortom: er is veel mogelijk als er liquiditeitsproblemen zijn. Net als bij ondernemerschap in het algemeen komt het dan wel aan op tijdig reageren, met verstand van zaken handelen, communiceren, communiceren en, u raadt het al, communiceren. Op die manier komt u wellicht dan toch die winter door.

