In januari kwamen de eerste tekenen, in februari twijfelde ik nog maar sinds een paar weken weet ik het zeker: het gaat weer de goede kant op met de horeca! En nee, daarvoor hoef ik niet de krant te lezen of minister Henk Kamp op de radio te beluisteren. Ik hoef enkel mijn telefoon en e-mail in de gaten te houden. Want hoera: de gelukzoekers zijn weer terug van weggeweest! En ze zijn met meer dan ooit tevoren.
Zou het vanwege de zachte winter zijn? Of misschien omdat teveel mensen die ontslagen zijn nu een ondernemersbestaan ambiëren? Ach, ik weet het niet. Maar wat doet het er toe? Ik heb ze zo gemist, die enthousiaste ondernemers in de dop. Soms vol van kennis over de horeca. Maar helaas ook al te vaak met geen flauw benul van wat er bij komt kijken om een horecabedrijf (succesvol)te runnen.
U begrijpt het: de ondernemingsplannen vliegen me om de oren. Van hippe bar in Amsterdam via hotel in het oosten van het land tot aan een horecavoorziening in een informatiecentrum. Positieve elementen? Verfrissende ideeën die wat toevoegen aan het horecalandschap en een tomeloze hoeveelheid enthousiasme. Maar dat was het dan wel weer. Ik weet het niet hoor; maar het lukt me steeds slechter om warm te lopen voor de plannen van starters.
Een greep uit de laatste paar plannen: 2.000.000 euro investeringsbegroting en 1% eigen vermogen, 750.000 euro omzet en 223.000 euro winst… Of wat dacht u van een half miljoen omzet ‘wegwerken’ met de inzet van drie fte aan mankracht? Maar het kan nog erger: totaal niet weten waar cijfers over de horeca te vinden zijn en dan klakkeloos getallen uit Rabobank Cijfers en Trends toepassen zonder verder na te denken.
Is het dan alleen maar kommer en kwel? Nee, iedere starter is een potentieel gegadigde voor de bedrijven die al lang te koop staan. En waarvan de huidige eigenaar met gezonde tegenzin zich van de ene dag naar de volgende voort sjouwt. Voor die ondernemers is er eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Of niet? Ik vrees het ergste. Immers: in plaats van realistische vraagprijzen wordt het merendeel van de prijskaartjes van bedrijven gedomineerd door wat de ondernemer aan schulden heeft staan. Of nog tekortkomt voor zijn pensioen. En starters zijn lastiger financierbaar dan ooit tevoren.
Starters, we moeten ze koesteren. Maar ook helpen, want hoe beter de starter is voorbereid, hoe groter de toegevoegde waarde voor de bedrijfstak en hoe beter huidige ondernemers afscheid kunnen nemen van hun bedrijf. Zonder een gezonde instroom van capabele starters gaat het op den duur mis met onze bedrijfstak. Vroegûh was natuurlijk alles beter geregeld: ondernemers moesten verplicht over een middenstandsdiploma beschikken. En later hadden we de horeca-startersdagen waarin we de kennis van starters konden bijspijkeren.
Ik maak me zorgen. Grote zorgen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat vers bloed de bedrijfstak instroomt? En daarmee ook in zekere zin de verkoopwaarde van bedrijven gewaarborgd blijft? Want hoe hilarisch de ondernemingsplannen ook mogen zijn en mij soms schuddebuikend van mijn stoel af laten rollen, echt gelukkig word ik pas van een goed functionerende bedrijfstak. En daarvoor kunnen we niet zonder starters. Heeft u een idee hoe de instroom in de bedrijfstak nu en in de toekomst gewaarborgd kan blijven? Laat het me weten, ik hou mijn telefoon en e-mail gespannen in de gaten!

