Wijnhuis Villa Maria bestaat 50 jaar. Dat is niet lang in de wijnwereld, maar voor Nieuw-Zeeland is het een mijlpaal.
George Fistonich was een pionier toen hij in 1961 het wijnbedrijf van zijn vader overnam. Hij staat te boek als de man die Nieuw-Zeeland droge tafelwijn leerde drinken, waar de bevolking voornamelijk bier en sherry-achtige versterkte wijn consumeerde. Inmiddels behoort Villa Maria tot de 3 grootste wijnbedrijven van Nieuw-Zeeland, met wijngaarden in Auckland, Gisborne, Hawkes Bay en Marlborough.
Het vijftigste oogstjaar werd gevierd met een toer langs de belangrijkste exportlanden. Niet langs álle exportlanden, want dat zijn er meer dan 50.
Peter Lute
Importeur Groupe LFE vierde het Villa Maria-feestje mee in kleine kring met een lunch van Peter Lute. Dit gebeurde op de nieuwste locatie van Lute in een voormalige buskruitfabriek bij Muiden (afbeelding). Explore heet dit project, dat uitsluitend evenementen gaat huisvesten. De grote zaal beslaat 800 vierkante meter en er is een kleinere ruimte van 70 vierkante meter voor kookworkshops.
Het is nog niet af en Lute wilde geen voorspelling doen over het moment van opening. De website xpld.nu licht een tipje van de sluier op.
Vooroplopen
“Vanaf de jaren 70 nam de wijnhandel in Nieuw-Zeeland een hoge vlucht”, memoreerde George Fistonich in zijn openingstoespraak. “Eerst vooral met chardonnay. In 1979 ontdekten we de potentie van sauvignon blanc. Daarna volgde pinot noir.” Fistonich zei ook dat hij er trots op is dat Villa Maria één van de eerste was die de kurk inruilde voor de schroefdop – ‘nu doen alle Nieuw-Zeelandse wijnbedrijven dat’ – en dat het wijnhuis vooroploopt met duurzaamheid en organische druiventeelt.
Problemen
Ondertussen heeft Nieuw-Zeeland de nodige problemen gehad met de overproductie van wijn van sauvignon blanc. Het land heeft veel te danken aan het succes van deze druif, maar gaandeweg werd het de wijnbouwers duidelijk dat er te veel op dit ene witte paard werd gewed. De strategie van Villa Maria is hernieuwde aandacht voor goede chardonnay.
Daarnaast stak ze in op onder andere pinot gris, gewürztraminer, syrah, riesling, godello, arneis en grüner veltliner. Bij de laatste 3 gaat het om ontwikkelingen van zeer recente datum.
Terroirwijn?
Van de wijnen die werden geschonken tijdens de zeer geslaagde lunch van Lute beviel onder meer de Pinot Noir Taylors Pass Vineyard 2007 bijzonder goed. Een wijn waarmee je in de horeca voor de dag kunt komen. Is de wijn zo mooi omdat het een terroirwijn is? Het is immers een singlevineyard-wijn. Toch niet. Taylors Pass is 76 hectare groot. Er staat ook chardonnay, sauvignon blanc, pinot gris en riesling. Een perceel van 6 hectare is beplant met 2 verschillende klonen pinot noir. Tevens worden verschillende snoeimethoden toegepast.
Zo creëren de wijnmakers op een typische nieuwewereldmanier een verscheidenheid aan basismateriaal, waarmee de best mogelijke blend kan worden samengesteld. 14 maanden houtrijping op Franse barriques, waarvan een derde deel op nieuwe vaten, maakt het proces compleet. De kwaliteit van de wijn bewijst het nut van deze technieken, maar toch: een terroirwijn in de Europese zin van het woord kun je het niet noemen. Het is eerder een compositie dan een expressie van terroir.

